2  Verhuisbewegingen over de stadsgrenzen

In dit deel geven we inzicht in hoe vaak er verhuisd wordt van en naar Gent, waar nieuwe Gentenaars vandaan komen, waar stadsverlaters naartoe gaan, en hoe al deze bewegingen zich vertalen in winst- en verliesgebieden.

2.1 Wie komt, wie gaat?

Figuur 2.1: Evolutie van de verhuisbewegingen naar en uit Gent, en het resulterende saldo, 2009-2022

Het aantal verhuisbewegingen naar Gent stijgt de laatste 10 jaar, met als uitzonderingen de jaren 2017 en 2020 waar we een terugval waarnemen. De terugval in 2020 is toe te schrijven aan de Covid-19- pandemie. Het aantal verhuisbewegingen uit Gent volgt nagenoeg dezelfde trend: een stijging de laatste 10 jaar, maar met een terugval in 2015, 2018 en 2021. De Covid-19- pandemie zorgde ervoor dat er meer mensen uit Gent verhuisden in 2020.

Over de laatste 10 jaar verhuizen Gentenaars dus steeds meer. In 2013 verhuisden 29.491 personen naar of uit Gent. In 2022 is dit aantal opgelopen tot 36.694 bewegingen, of een stijging met 24%. Uiteraard is op die 10 jaar tijd ook het aantal inwoners gestegen, maar ook de relatieve maat (aantal verhuisbewegingen per 1.000 inwoners) stijgt van 119 in 2013 naar 139 in 2022 (of een stijging van 17%).

In 2022 verlieten 17.196 Gentenaars de stad om elders te gaan wonen. Tegelijk kwamen er 19.498 nieuwe Gentenaars bij.

Opvallend zijn de jaren 2011, 2012 en 2020, waarin het aantal stadsverlaters groter is dan de nieuwe Gentenaars, wat resulteert in een negatief migratiesaldo. Wanneer we de periode 2013-2022 bekijken, dan stellen we vast dat het migratiesaldo een grillig patroon vertoont tijdens deze periode. In 2015 piekt het saldo voor een eerste keer om pas in 2022 terug eenzelfde hoogte te halen.

De Oekraïnecrisis laat zich ook voelen bij deze 3 indicatoren (verhuizen naar en uit Gent en het saldo), maar daar gaan we dieper op in in 2.6.

2.2 Hoe weten we dit?

In wat volgt, worden de externe verhuisbewegingen bekeken, of de bewegingen uit Gent naar andere gemeenten in België en omgekeerd. Het gaat steeds om twee perioden in de tijd: van 2013 tot 2017 en van 2018 tot 2022. Indien de absolute cijfers worden vermeld, gaat het steeds om de som van de 5 jaren (en niet om een gemiddeld cijfer).

2.2.1 Bepalen van de cijfers

Ook voor de relatieve cijfers (per 1.000 inwoners) nemen we zowel in verhuisbewegingen als in aantal inwoners de som van de 5 jaren.

Bij de relatieve maat voor de Gentse stadsverlaters telt de noemer het aantal inwoners van de gemeente van aankomst. Een cijfer 5 op de kaart van de stadsverlaters (met de relatieve cijfers), betekent dat deze gemeente er, voor de beschouwde periode, jaarlijks 5 inwoners per 1.000 inwoners bijkrijgt uit Gent.

Bij de relatieve maat voor de nieuwe Gentenaars in Gent is het aantal inwoners van de vertrekgemeente in de noemer geplaatst. Een cijfer 5 op de kaart van de nieuwe Gentenaars (met de relatieve cijfers) betekent dat deze gemeente jaarlijks 5 inwoners per 1.000 inwoners verliest aan Gent.

De relatieve maat voor het migratiesaldo geeft een negatief cijfer voor gemeenten aan wie Gent inwoners verliest (uitgedrukt per 1.000 inwoners van de betreffende gemeente); een positief cijfer toont dat Gent inwoners bijkrijgt van deze gemeente (eveneens uitgedrukt per 1.000 inwoners van de betreffende gemeente).

De relatieve maat voor de verhuismobiliteit of verhuisintensiteit, toont het aantal bewegingen van gemeenten naar Gent en het aantal bewegingen van Gent naar die gemeenten, uitgedrukt per 1.000 inwoners van die respectievelijke gemeente.

2.2.2 Over welke gebieden spreken we?

Er wordt verwezen naar stadsgrenzen, provinciegrenzen, centrumsteden en buurgemeenten. Verder wordt Vlaanderen als grotere geografische referentie gekozen en niet België. Dat komt omdat verhuisbewegingen tussen Gent en gemeenten voorbij de taalgrens minimaal zijn. ‘Buitenland’ is uiteraard over de landsgrenzen.

Stadsintern wordt met 25 wijken gewerkt, die elk clusters zijn van statistische sectoren.

2.3 Stadsverlaters: waar gaan ze naartoe?

Voor de stadsverlaters houden we rekening met alle verhuisbewegingen inclusief de bestemmingen die niet gekend zijn (zoals ambtshalve schrappingen).

Het grootste deel van de stadsverlaters (meer dan 5 op 10) gaat elders in Oost-Vlaanderen wonen. De meesten daarvan blijven in de buurgemeenten van Gent. Bijna een vierde van de stadsverlaters gaat naar het buitenland (inclusief schrappingen 8% en onbekend 4%). Ongeveer 1 op 10 verhuist naar West-Vlaanderen.

Figuur 2.2: Bestemming stadsverlaters, Gent, 2018-2022

Het aantal stadsverlaters schommelt de laatste 10 jaar tussen 13.367 en 17.196. Het aantal inwoners bleef toenemen in dezelfde periode. De relatieve maat (aantal stadsverlaters per 1.000 inwoners) toont dat er effectief een toename is van het aantal stadsverlaters: van 55,7 stadsverlaters per 1.000 inwoners in 2013 naar 63,6 stadsverlaters per 1.000 inwoners in 2022.

Bij de stadsverlaters die binnen België blijven, zien we op tien jaar tijd een stijging van 43,5 naar 49,7 personen per 1.000 inwoners. Sinds 2015 zien we hier een consistent stijgende trend.

Ook de emigratie naar het buitenland (exclusief schrappingen en onbekend) stijgt, van 5,6 stadsverlaters per 1.000 inwoners in 2013 naar 7,7 per 1.000 in 2022. Dit is op zich niet vreemd, aangezien ook het aantal nieuwe Gentenaars uit het buitenland stijgt (zie verder).

Figuur 2.3: Bestemming stadsverlaters (aantal per 1.000 inwoners), Gent, 2005-2022

De volgende kaarten geven een zicht op de plaats waar de stadsverlaters naartoe trekken, zowel in absolute cijfers als in relatieve cijfers, en dit voor beide periodes. Indien er weinig verschil is tussen de periodes wordt enkel de kaart van 2018-2022 getoond. De kaarten beperken zich ook tot Vlaanderen en Brussel, omdat het aantal stadsverlaters dat naar Wallonië trekt minimaal is.

Figuur 2.4: Stadsverlaters Gent naar Vlaanderen en Brussel, 2018-2022, absolute aantallen

De meeste personen die Gent verlaten, trekken naar de rand rond Gent. Vooral de onmiddellijke buurgemeenten, de nabije gemeenten van Gent en bij uitbreiding heel Oost-Vlaanderen zijn populair. In de top 5 van de meest populaire gemeenten in de periode 2013-2017 staan Evergem, Merelbeke, Destelbergen, Deinze en Lievegem. In de periode 2018-2022 wisselen Destelbergen en Merelbeke van plaats in deze top 5. Daarnaast verhuist een aanzienlijk aantal ook naar Antwerpen en West – Vlaanderen, meer bepaald Brugge, Kortrijk en Oostende. In Vlaams-Brabant valt enkel Leuven op als vestigingsplaats.

Figuur 2.5: Stadsverlaters Gent naar Vlaanderen en Brussel, 2018-2022, relatieve cijfers, gemiddeld aantal per 1.000 inwoners (van de aankomstgemeente) – jaargemiddelde

De relatieve cijfers drukken uit in welke mate de stadsverlaters van invloed zijn op het bevolkingsaantal in de aankomstgemeente.

Hier zijn bijna concentrische cirkels van gemeenten rond Gent te zien. Eerst een ‘bruin-oranje’ buffer: deze gemeenten krijgen er jaarlijks 7 tot 36 personen per 1.000 inwoners bij uit Gent. De oranje cirkel daarrond toont gemeenten die minder invloed van de Gentse uitstroom ervaren op hun bevolkingssamenstelling (2 tot 7 personen per 1.000 inwoners). De top 5 van gemeenten die het meest aankomsten uit Gent hebben per 1.000 inwoners voor de periode 2018-2022 zijn Destelbergen (+36‰), Melle (+29‰), Evergem (+27‰), Merelbeke (+26‰) en De Pinte (+24‰).

Ook de trek naar de kustgemeenten vanuit Gent valt op, vooral richting Oostende, Knokke-Heist, Blankenberge en De Haan.

Bij de relatieve cijfers valt Antwerpen niet meer op. De invloed van het aantal Gentenaars dat naar daar verhuist is veel kleiner, omdat Antwerpen zelf een heel groot inwonersaantal heeft.

Figuur 2.6: Stadsverlaters Gent naar Oost-Vlaanderen, verschil tussen 2018-2022 en 2013-2017, relatieve cijfers, aantal per 1.000 inwoners in 2022 (aankomstgemeente)

Figuur 2.6 toont het verschil in aantal stadsverlaters per 1.000 inwoners van de aankomstgemeente in de periode 2018-2022 vergeleken met de periode 2013-2017. De kaart beperkt zich tot provincie Oost-Vlaanderen omdat de verschillen in de overige provincies relatief beperkt waren. De grootste verschillen deden zich bovendien voor in gemeenten die behoren tot de vervoerregio Gent (oranje grens).

De grootste toename zien we in Zelzate (+28‰) en Eeklo (+24‰). De top 5 wordt verder aangevuld door Destelbergen (23‰), Lochristi (+19‰) en Wetteren (17‰).

De grootste daling van het aantal stadsverlaters per 1.000 inwoners van de aankomstgemeente zien we in Wachtebeke (-17‰). Ook naar Sint-Martens-Latem vertrokken relatief minder Gentenaars in de periode 2018-2022 vergeleken met de periode 2013-2017 (-6‰).

2.4 Nieuwe Gentenaars: waar komen ze vandaan?

De grootste groep nieuwe Gentenaars komt uit het buitenland (41% inclusief en 36% exclusief schrappingen en onbekend). Een derde komt uit Oost-Vlaanderen (34%), 12% komt uit West-Vlaanderen, 10% uit de rest van Vlaanderen, 2% uit het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Slechts 1% komt uit Wallonië.

Figuur 2.7: Herkomst nieuwe Gentenaars, Gent, 2018-2022

Het absoluut aantal nieuwe Gentenaars steeg in 10 jaar tijd van 15.569 naar 19.498. Ook het bevolkingsaantal steeg, dus de relatieve cijfers tonen of er een effectieve stijging is. De relatieve cijfers (aantal nieuwe Gentenaars per 1.000 inwoners) stijgen vooral door migratie uit het buitenland. De migratie uit het binnenland (gemiddeld 39 nieuwe Gentenaars per 1.000 inwoners) is de laatste 10 jaar stabiel tot licht dalend; terwijl migratie uit het buitenland toeneemt van 20 nieuwe Gentenaars per 1.000 inwoners in 2013 naar 31 nieuwe Gentenaars per 1.000 inwoners in 2022.

Figuur 2.8: Nieuwe Gentenaars uit Vlaanderen en Brussel, 2018-2022, absolute aantallen

De nieuwe Gentenaars komen vooral uit de nabije (buur)gemeenten. Algemeen gezien is er een grote instroom vanuit Oost-Vlaamse gemeenten. Daarnaast leveren de gemeenten langs de lijn Gent – Antwerpen ook veel nieuwe Gentenaars. Dat zijn Lokeren, Sint-Niklaas en Antwerpen zelf.

Als laatste trend valt op dat er vanuit de centrumsteden veel mensen richting Gent vertrekken. Voor West-Vlaanderen zijn dat Brugge, Oostende, Kortrijk en Roeselare; voor Oost-Vlaanderen Aalst en Sint-Niklaas; voor Vlaams-Brabant Leuven. Voor de provincie Antwerpen: Antwerpen. Ook vanuit Brussel verhuizen veel mensen naar Gent.

Figuur 2.9: Nieuwe Gentenaars uit Vlaanderen en Brussel, 2018-2022, relatieve cijfers, gemiddelde aantal per 1.000 inwoners (herkomstgemeente ) – jaargemiddelde

Figuur 2.9 toont het aantal nieuwe Gentenaars in Gent, afgezet op het aantal inwoners in de gemeente waaruit ze vertrekken. Wat opvalt is dat we opnieuw duidelijk de contouren van Oost-Vlaanderen als gebied van herkomst zien. Daarnaast speelt afstand tot Gent een rol: hoe dichterbij, hoe meer uitwisseling. Er tekenen zich concentrische cirkels rond Gent af.

In een eerste concentrische cirkel rond Gent weegt het gewicht van verhuizers naar Gent het sterkst door. Dit zijn de buurgemeenten van Gent. Vanuit de buurgemeenten van Gent vertrekken gemiddeld 8,1 tot 20,6 inwoners per 1.000 inwoners naar Gent. De volgende concentrische cirkel zijn de gemeenten voorbij de buurgemeenten van Gent. De grootordes van de verhuizers naar Gent is tussen de 2,1 en 9,2 inwoners per 1.000 inwoners. Naast Oost-Vlaanderen is ook – maar in mindere mate – West-Vlaanderen een gebied van herkomst voor Gent.

Figuur 2.10: Nieuwe Gentenaars uit Vlaanderen en Brussel, verschil tussen 2018-2022 en 2013-2017, relatieve cijfers, aantal per 1.000 inwoners in 2022 (van de herkomstgemeente)

Figuur 2.10 geeft een beeld van het verschil tussen de periode 2018-2022 in vergelijking met de periode 2013-2017 voor wat betreft het aantal nieuwe Gentenaars per 1.000 inwoners van de herkomstgemeente. Vooral vanuit Sint-Martens-Latem is er stijging van deze relatieve maat (+16‰), en in mindere mate ook vanuit Eeklo (+8‰). Een daling van het aantal nieuwe Gentenaars per 1.000 inwoners doet zich voor vanuit Merksplas (-12‰). Dit is te wijten aan een relatief groot aantal verhuisbewegingen vanuit de gevangenis van Merksplas naar het Forensisch Psychiatrisch Centrum Gent in 2015. Ook vanuit Evergem (-7‰) en De Pinte (-6‰) komen er relatief minder inwoners naar Gent in de periode 2018-2022 in vergelijking met de periode 2013-2017.

2.5 Winst- en verliesgebieden

Zowel bij de stadsverlaters als bij de nieuwe Gentenaars zijn er concentrische cirkels rond Gent zichtbaar. De verhuisbewegingen vanuit Gent en naar Gent zijn het sterkst voor de gemeenten dichtbij Gent, en deze invloed wordt minder voelbaar naarmate de afstand toeneemt.

De balans van stadsverlaters en nieuwe Gentenaars resulteert in een opdeling in winst- en verliesgebieden. Als we het aantal nieuwe Gentenaars verminderen met het aantal stadsverlaters krijgen we een totaal migratiesaldo voor Gent. Een negatief migratiesaldo betekent dat Gent meer inwoners verliest aan een gebied dan dat er van daaruit naar Gent verhuizen (= verliesgebied). Een positief migratiesaldo betekent dat Gent meer inwoners haalt uit een bepaald gebied, dan dat er vanuit Gent naar dit gebied verhuizen (= winstgebied).

In wat volgt maken we een onderscheid tussen verhuisbewegingen tussen Gent en andere Belgische gemeenten enerzijds (binnenlandse migratie), en tussen Gent en het buitenland anderzijds (internationale migratie).De instroom vanuit elders in België naar Gent min de uitstroom vanuit Gent naar andere Belgische gemeenten geeft het binnenlands saldo. Alle bewegingen vanuit het buitenland naar Gent min de bewegingen vanuit Gent naar het buitenland geeft ons het internationaal saldo.

2.5.1 Negatief binnenlands saldo

Gent heeft een negatief binnenlands saldo. Er gaan dus meer mensen in andere Belgische gemeenten wonen dan dat er uit andere gemeenten naar Gent komen. Meer specifiek verliest Gent vooral inwoners aan de gemeenten in de provincie Oost-Vlaanderen. Als we beide periodes vergelijken valt op dat het saldo voor de provincie Oost-Vlaanderen veel lager ligt in de periode 2018-2022 dan in de periode 2013-2017 (zie Tabel 2.1).

Tabel 2.1: Binnenlands migratiesaldo voor Gent per provincie, 2013-2017 en 2018-2022
Provincie 2013-2017 2018-2022
Provincie West-Vlaanderen 3.315 1.794
Provincie Vlaams-Brabant 951 1.315
Provincie Limburg 344 352
Provincie Antwerpen 673 205
Provincie Oost-Vlaanderen -10.336 -15.823
Totaal -5.053 -12.157

Voor de andere Vlaamse provincies is het binnenlands saldo positief. In de periode 2013-2017 was enkel West-Vlaanderen een noemenswaardig winstgebied, maar dit saldo is beduidend lager in de periode 2018-2022.

Gent verliest of wint nagenoeg geen inwoners aan of van Wallonië. De taalgrens is blijkbaar ook een grens waar nauwelijks verhuisbewegingen over gaan. Daarom zijn de kaarten van de winst- en verliesgebieden beperkt tot Vlaanderen en Brussel.

De kaarten met relatieve cijfers tonen het migratiesaldo voor Gent, afgezet op de inwoners van de winst/verliesgebieden.

2.5.1.1 Winst- en verliesgebieden in Vlaanderen en Brussel

Figuur 2.11: Gent, winst- en verliesgebieden in Vlaanderen en Brussel, 2013-2017, absolute aantallen

Figuur 2.12: Gent, winst- en verliesgebieden in Vlaanderen en Brussel, 2018-2022, absolute aantallen

Gent verliest het meeste inwoners aan de buur- en meest nabije gemeenten. Voor de periode 2018-2022 is dit meer uitgesproken dan voor de periode 2013-2017. Een groot deel van Oost-Vlaanderen is een verliesgebied. De meeste gemeenten in West-Vlaanderen zijn een winstgebied. Uitzonderingen zijn onder andere Kortrijk, enkele kustgemeenten en gemeenten die grenzen aan Oost-Vlaanderen.

Figuur 2.13: Gent, winst- en verliesgebieden in Vlaanderen en Brussel, 2013-2017, relatieve aantallen, gemiddeld migratiesaldo voor Gent, afgezet op 1.000 inwoners herkomst-/aankomstgemeente

Figuur 2.14: Gent, winst- en verliesgebieden in Vlaanderen en Brussel, 2018-2022, relatieve aantallen, gemiddeld migratiesaldo voor Gent, afgezet op 1.000 inwoners herkomst-/aankomstgemeente

De relatieve cijfers geven aan in welke mate de in- en uitstroom van Gent invloed heeft op de bevolkingssamenstelling van de andere gemeenten. De gemeenten in de nabije omgeving van Gent (buurgemeenten en bij uitbreiding de gemeenten daarnaast) krijgen het grootste aandeel extra inwoners vanuit Gent.

West-Vlaanderen is het belangrijkste winstgebied. De relatieve aandelen in de winstgebieden zijn wel minder groot dan in de verliesgebieden.

Figuur 2.15: Gent, winst- en verliesgebieden uit Vlaanderen en Brussel, verschil tussen 2018-2022 en 2013-2017, relatieve cijfers, aantal per 1.000 inwoners in 2022

Figuur 2.15 toont het verschil in saldo tussen beide periodes per 1.000 inwoners. De grootste verschillen situeren zich in de rand rond Gent, waar het aantal verhuisbewegingen het hoogst is. Het negatieve saldo met deze gemeenten is in de periode 2018-2022 nog lager dan in de periode 2013-2017, wat betekent dat Gent nog meer mensen verliest aan deze gebieden. De top 5 van gemeenten waar Gent relatief meer mensen aan verloren is in de periode 2018-2022 zijn Zelzate, Destelbergen, Lievegem, Evergem en Lochristi. Gemeenten rond Gent waar er relatief minder mensen naartoe trokken in de periode 2018-2022 zijn Sint-Martens-Latem en Wachtebeke.

2.5.1.2 Verlies- en winstgebieden onder de centrumsteden

Focus op centrumgebieden leert dat Antwerpen, Kortrijk, Oostende en Mechelen verliesgebied zijn voor Gent tijdens de periode 2018-2022. Jaarlijks verliest Gent gemiddeld 49 personen aan Antwerpen, 44 aan Kortrijk, 23 aan Oostende en 6 aan Mechelen.

De belangrijkste winstgebieden zijn Brugge, Leuven en Roeselare. Jaarlijks wint Gent gemiddeld 59 personen uit Brugge, 50 uit Leuven en 33 uit Roeselare.

Tabel 2.2 toont het saldo per centrumstad voor de periode 2013-2017 en 2018-2022. Bovenstaande gemiddelden zijn hieruit afgeleid.

Tabel 2.2: Gent, winst- en verliesgebieden centrumsteden, saldo voor 2013-2017 en 2018-2022
Gemeente 2013-2017 2018-2022
Brugge 417 296
Leuven 104 248
Roeselare 253 164
Aalst 159 76
Hasselt 21 66
Turnhout 85 29
Genk 24 14
Sint-Niklaas 92 10
Mechelen -26 -28
Oostende 32 -117
Kortrijk -45 -219
Antwerpen -148 -244

2.5.2 Positief internationaal saldo

Er komen meer personen uit het buitenland aan in Gent dan dat er uit Gent vertrekken naar het buitenland. Grote winstgebieden zijn een aantal Oost-Europese landen zoals Bulgarije, Roemenië en Slowakije, en sinds 2022 ook Oekraïne. Maar ook uit de traditionele EU-landen komen heel wat mensen naar Gent, vooral uit Spanje, Italië en Nederland. Ook vanuit Afghanistan, Turkije, China en Ghana is Gent een populaire vestigingsplaats.

Van personen die uit het buitenland komen, weten we niet altijd wat de vorige verblijfplaats was. De nationaliteit van deze personen is meestel wel gekend. Daarom gaan we in het volgende deel in op nationaliteitsverschillen in verhuisbewegingen.

2.6 Nationaliteitsverschillen in verhuisbewegingen

2.6.1 Belgen en niet-Belgen

Figuur 2.16: Evolutie verhuisbewegingen van Belgen en niet-Belgen naar en uit Gent, 2009-2022

In aantal zijn de bewegingen naar Gent van niet-Belgen in 2022 talrijker dan die van de Belgen. De Oekraïnecrisis speelt hier een rol. Bij de bewegingen uit Gent liggen die van de Belgen hoger. Bij Belgen is de instroom in Gent wel kleiner dan de uitstroom, wat leidt tot een negatief saldo. Bij de niet-Belgen is de instroom groter dan de uitstroom, met een positief migratiesaldo als resultaat (zie Figuur 2.16 en Figuur 2.17).

We kijken hier enkel naar huidige nationaliteit, waardoor het migratiesaldo van Belgen in werkelijkheid iets minder negatief zal zijn. Door de dynamiek van nationaliteitsverwerving zal een grote groep niet-Belgen in de loop der jaren de Belgische nationaliteit verwerven in Gent. Hierdoor heb je bij de uitstroom van Belgen ook een deel ‘verborgen’ niet-Belgen, die eigenlijk bij de uitstroom niet-Belgen horen, mocht je dit kunnen berekenen op basis van herkomst in plaats van nationaliteit. Anderzijds moet dit op zijn beurt genuanceerd worden want je hebt ook niet-Belgen die elders in België Belg worden en dan naar Gent komen. Deze laatste groep zal echter kleiner zijn dan de eerste in het kader van de bredere vaststelling dat Gent als grotere stad een ‘stad van aankomst is’. Redelijk veel niet-Belgen komen hier namelijk voor het eerst aan en verhuizen dan later naar minder verstedelijkte gebieden. Met andere woorden: de uitstroom van Belgen is wat overschat, de uitstroom van niet-Belgen onderschat.

Voor deze nationaliteitsverschillen wordt enkel met absolute aantallen gewerkt (en geen relatieve cijfers per 1.000 Gentenaars bijvoorbeeld). Een migratiesaldo is ook hier steeds vanuit het standpunt van Gent (instroom naar Gent – uitstroom uit Gent).

Figuur 2.17: Evolutie migratiesaldo Belgen, niet-Belgen en totaal in absolute aantallen, Gent, 2009-2022

In absolute cijfers is er een negatief saldo bij de Belgen en een positief saldo bij de niet-Belgen. Deze migratiesaldo’s zorgen voor een groeiende multiculturele diversiteit in Gent (net zoals in andere grote Europese steden). Het aandeel niet-Belgen in Gent stijgt van 8,5 % in 2005 naar 16,2% in 2022. Hier telt wel het feit dat de Turkse en Maghrebijnse migranten al veel langer in Gent aanwezig zijn, waardoor een groot deel al de Belgische nationaliteit heeft verworven. Ook de kinderen van de derde generatie migranten hebben bijna allemaal de Belgische nationaliteit.

Herkomst geeft in dit perspectief een beter beeld, omdat het ook rekening houdt met de geboortenationaliteit van de Gentenaar en de geboortenationaliteit van de ouders. Het aandeel Gentenaars met een niet-Belgische herkomst stijgt in dezelfde periode van 19,9% naar 36,7%.

Meer in detail valt op dat er een totaal negatief saldo is voor de jaren 2011 en 2012. Dat is niet enkel in Gent zo, maar in heel het land. Algemeen stokt de internationale migratie wereldwijd als gevolg van de financieel-economische crisis van 2008. Specifiek voor België zorgde het restrictieve beleid inzake gezinshereniging in 2011 voor een terugval in de migratiestromen in de jaren die volgden (FPB & ADSEI, 2014). Ook voor 2020 zie je een totaal negatief saldo: dit heeft te maken met de beperking van de bewegingsvrijheid tijdens de COVID-19-pandemie.

2.6.2 Nationaliteiten niet-Belgen

Gent kent een lange traditie van migratie uit Turkije en Noord-Afrika. De migranten uit deze gebieden zijn in de loop van de jaren in de stad blijven wonen. Gent krijgt sinds de val van de Berlijnse muur (1989) en nog sterker na de uitbreiding van de Europese Unie (vanaf 2007) ook steeds meer migranten uit Midden- en Oost-Europa (Verhaeghe, Van der Bracht, & Van de Putte, 2012). Zo stijgt specifiek vanaf 2007 het migratiesaldo van Bulgaren door de toetreding van Bulgarije tot de Europese Unie. Asielmigratie kende al een sterke toename in de jaren 80 en vooral ’90. Nadien kwam er een relatieve afname ten opzichte van de hele instroom. Asielmigratie werd wel plots weer belangrijker tijdens de vluchtelingencrisis van 2015 en ook de laatste jaren kent dit type van migratie weer een gestage toename. Dat er internationaal biijvoorbeeld honderdduizenden vluchtelingen en migranten de weg naar Europa hebben gevonden via Turkije, is algemeen bekend. Syriërs, Irakezen en Afghanen hebben meestal die route gevolgd. 2022 is eveneens een belangrijk jaar binnen deze context door de start van de Russische invasie in Oekraïne. Hierdoor staat Oekraïne op de 2e plaats wat betreft het migratiesaldo naar nationaliteit in de periode 2018-20221.

Het positief migratiesaldo van niet-Belgen ligt de laatste 5 jaar hoger (12.912) dan het saldo van de vorige periode (10.279). Tabel 2.3 toont de meest voorkomende niet-Belgische nationaliteiten bij de migratiebewegingen in saldo’s van nieuwe Gentenaars en stadsverlaters voor de periode 2018-2023 en 2013-2017. De top 5 voor de meest recente periode wordt ingevuld door Bulgarije, Oekraïne, Afghanistan, Roemenië en Spanje. In de periode 2013-2017 was de top 5 met de hoogste migratiesaldo’s: Bulgarije, Afghanistan, Syrië, Ghana en Nederland.

Tabel 2.3: Migratiesaldo naar nationaliteit, Gent, 2013-2017 en 2018-2022, top 20
nationaliteit EU groep 2013-2017 2018-2022
Bulgarije EU13+ 2.757 2.692
Oekraïne niet-EU 87 1.251
Afghanistan niet-EU 886 1.131
Roemenië EU13+ 376 558
Spanje EU15 222 539
Syrië niet-EU 660 421
China niet-EU 264 409
Italië EU15 271 407
Bezette Palestijnse gebieden niet-EU 70 402
Turkije niet-EU 113 354
Albanië niet-EU 194 301
Marokko niet-EU 173 295
India niet-EU 132 286
Ghana niet-EU 474 282
Iran niet-EU 151 263
Pakistan niet-EU 121 215
Somalië niet-EU 255 187
Brazilië niet-EU 72 186
Nederland EU15 414 140
Portugal EU15 121 111

2.6.2.1 Oost-Europa (EU)

Tabel 2.4: Migratiesaldo naar nationaliteit vanuit Oost-Europa, Gent, 2013-2017 en 2018-2022
nationaliteit Immigratie 2013-2017 Immigratie 2018-2022 Emigratie 2013-2017 Emigratie 2018-2022 Saldo 2013-2017 Saldo 2018-2022
Bulgarije 6.348 8.269 3.591 5.577 2.757 2.692
Roemenië 858 1.657 482 1.099 376 558
Litouwen 61 77 75 50 -14 27
Kroatië 95 100 55 78 40 22
Slovenië 35 41 35 24 0 17
Tsjechië 258 218 262 205 -4 13
Letland 43 51 80 41 -37 10
Slowakije 1.333 1.252 1.157 1.246 176 6
Estland 29 24 25 20 4 4
Hongarije 219 191 185 188 34 3
Tsjecho-Slowakije 0 0 1 0 -1 0
Polen 1.158 805 1.143 952 15 -147

Uit deze tabel kunnen we volgende trends detecteren:

  • Het saldo vanuit Bulgarije is stabiel: er is meer instroom, maar dat wordt gecompenseerd door meer uitstroom.

  • Er is een groter saldo vanuit Roemenië door een grotere instroom.

  • Er is een lager saldo vanuit Polen: door de verminderde instroom en meer uitstroom is het saldo negatief.

  • Slowakije heeft een lager saldo: hier houden instroom en uitstroom elkaar in evenwicht.

De algemene trend blijkt dat er meer uitstroom is van Bulgaren en Roemenen vanuit Gent naar de rest van Vlaanderen (vooral Provincie Oost-Vlaanderen).

2.6.2.2 Bulgarije, Slowakije en Polen

Er zijn nu ongeveer 12.000 burgers met de Bulgaarse nationaliteit in Gent. Dat is meer dan het dubbele dan het aantal inwoners met een Turkse nationaliteit. Waarom zijn er zo veel Bulgaren in Gent? Twintig jaar geleden kende de stad maar een kleine Bulgaarse gemeenschap. Maar toen Bulgarije in 2007 bij de Europese Unie kwam, volgde een migratiestroom. Het statuut van asielzoeker, werd omgezet in een erkenning als Europese medeburger met het recht om zich vrij te verplaatsen binnen de grenzen van de Europese Unie. Aangetrokken door enkele bestaande netwerken, contacten met de Turkse gemeenschap en verhalen over royale sociale uitkeringen in België, trokken duizenden Bulgaren en andere Oost-Europeanen de stad in. Van het totale aantal Bulgaren en Slowaken in België verbleef in 2017 respectievelijk 30% en 40% in Gent. Grotendeels gaat het om volg- of kettingmigratie waarin men voorgaande groepen volgt uit de migratiegolf van de jaren ’90 naar Gent. Vooral Slowaken ontvluchten de onmenselijke behandeling en de zware schending van hun mensenrechten in Slowakije, velen vanuit de stad Kosice (Debruyne, 2021).

Tussen 2005 en 2015 groeide het aantal Bulgaren in Gent met 7.500. Schrijnende armoede op het Bulgaarse platteland dreef hen weg, op zoek naar een beter leven. Veel Gentse Bulgaren komen uit één streek in het noorden van het land. Een steeds groter netwerk van Bulgaarse families en bedrijfjes trekt nieuwkomers aan. Gent is hierop geen uitzondering. Ook Nederlandse steden ontvingen duizenden Bulgaren. In Gent is een groot deel van de Bulgaren wel Turkstalig, zij vinden mogelijk sneller de weg naar Gent omdat er al enkele generaties een grote Turkse gemeenschap woont. Gent is vaak een draaischrijf van sociale uitbuiting van Bulgaren: koppelbazen, vaak actief in de vlees- en bouwindustrie, ronselen Bulgaren om hen illegaal aan het werk te zetten (Schouppe, 2023). Zeer veel Belgische burgers met een Bulgaarse nationaliteit leven in Gent. Alleen Brussel, vier keer zo groot als Gent, telt er meer (Salumu, 2020). Het Bulgaarse platteland loopt al een tijd leeg. Eind jaren 80 woonden nog 8,7 miljoen mensen in Bulgarije. In 2020 bleven er 7,1 miljoen over. De Verenigde Naties schatten dat het land verder zal krimpen tot 5,4 miljoen inwoners tegen 2050 (Staes, 2020).

De meeste Polen komen naar België omwille van economische redenen. Aangetrokken door hogere lonen en tewerkstellingskansen is hun doel geld verdienen om in Polen een beter leven te kunnen leiden. Hun verblijf is dan ook vaak van tijdelijke aard. Een aantal van hen trekt naar een andere stad in België, maar een meerderheid vertrekt naar het buitenland. De cijfers houden echter geen rekening met detacheringen. Dat zijn arbeidskrachten die per definitie kort in België verblijven, aangezien dat eigen is aan hun statuut van gedetacheerde (Verhaeghe, et al., 2012). Het socio-economisch profiel van Polen is eerder sterk. Dat van Slowaken is doorgaans zwak. Een groot deel van de Slowaken die naar Gent komen behoren tot de Roma minderheid. Binnen de Stad Gent schat men het aandeel Roma bij personen van Bulgaarse en Slowaakse afkomst op respectievelijk 50% en 90%. De term ‘Roma’ betreft een uiterst heterogene groep waarbij de verschillen soms groter zijn dan de gelijkenissen (Debruyne, 2021). Zij worden in Slowakije met structurele discriminatie en uitsluiting geconfronteerd (Verhaeghe, et al., 2012). Bijkomend verdwijnen Slowaken van de Belgische administratieve radar.

2.6.2.3 Oekraïne

De oorlog tussen Rusland en Oekraïne vanaf februari 2022 was het startschot voor een vluchtelingen- stroom die ook op Gent een impact heeft gehad. De figuur hieronder illustreert de impact van de Oekraïnecrisis. In deze grafiek zie je het aantal verhuisbewegingen inclusief (volle lijn) en exclusief (stippellijn) de inwoners met Oekraïense nationaliteit. De Oekraïense vluchtelingen hebben het aantal verhuisbewegingen naar Gent en het saldo omhooggestuwd in 2022. Op 1 januari 2023 waren er 1391 personen van Oekraïense nationaliteit in Gent. Als we dit bekijken over de periode 2018-2022 dan heeft 1,5% van de nieuwe Gentenaars de Oekraïense nationaliteit.

Figuur 2.18: Evolutie aantal verhuisbewegingen volgens type, Gent, 2005-2022, inclusief en exclusief inwoners met Oekraïense nationaliteit in 2022

2.6.2.4 Azië

Afghanistan heeft een hoger totaal positief saldo in de periode 2018-2022 (1.131) dan in de periode 2013-2017 (886). Vooral door een hogere instroom in de eerstgenoemde periode. De machtsovername door de Taliban in juni 2021 zorgt voor deze verhoogde instroom waardoor Afghanistan het 3de grootste positieve migratiesaldo heeft in de periode 2018-2022.

Syrië heeft een lager positief saldo (421 in 2018-2022 tegenover 660 in de voorgaande periode) vooral door een verhoogde uitstroom (338 in 2018-2022 tegenover 148 in de voorgaande periode). Van de 338 uitgestroomde Syriërs zijn er 195 verhuisd naar een andere stad/gemeente in Oost-Vlaanderen.

De Bezette Palestijnse Gebieden hebben een hoger saldo in 2018-2022 (402 tegenover 70 in 2013-2017), vooral door de verhoogde instroom (628 in 2018-2022 tegenover 103 in de voorgaande periode).

China, maar ook India, Iran, Pakistan vertonen allen eenzelfde trend, namelijk een hoger saldo veroorzaakt door een verhoogde instroom.

2.6.2.5 Zuid-Europa

Spanje en Italië vertonen een gelijkaardig patroon: een hoger saldo in 2018-2022, veroorzaakt door een hogere instroom. Sinds de kredietcrisis, die Spanje op sociaal-economisch gebied zwaar trof en de werkloosheid in het land deed toenemen, zoeken meer Spanjaarden werk in België. Beide landen hebben immers een gemeenschappelijke visie en standpunten over een pak onderwerpen die op de wereldagenda staan. Denk aan mensenrechten (LGBTQIA+), initiatieven tegen de doodstraf, de klimaatverandering, de Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen, de strijd tegen terrorisme, enzovoort (FOD Buitenlandse Zaken, 2021).

Het aantal Spaanse en Italiaanse studenten is toegenomen, zowel in aantal als in aandeel, wanneer je de periode 2013-2017 vergelijkt met de periode 2018-2022. De aandelen studenten voor deze nationaliteiten blijven echter vrij gering: 6,9% bij de Spanjaarden en 6,2% bij de Italianen.

2.6.2.6 Turkije, Algerije, Tunesië en Marokko

De Turken, Algerijnen, Tunesiërs en Marokkanen - hierna gedefinieerd als ‘Turken & Maghrebijnen’ - worden samen besproken omdat zij in Gent een gelijkaardig migratiepatroon vertonen. De Turkse migratie richting Europa begon reeds in de jaren 1950. Na de oorlog was er een economische crisis in Turkije, terwijl Europa door de naoorlogse groei nood had aan arbeiders. Er waren vooral tekorten in de zware industrieën zoals de mijnbouw. In 1956 tekende Turkije de eerste migratie-akkoorden met Duitsland. In 1964 werd het akkoord met België ondertekend. Veel Turkse arbeiders kwamen naar België als deel van een officiële rekrutering die binnen dit akkoord kaderde. Vele anderen waagden de sprong met een toeristenvisum, en lieten hun statuut wijzigen nadat ze hier werk gevonden hadden. Deze migratie van ‘toeristen’ had voor de werkgevers verschillende voordelen: zo vermeden ze de omslachtige rekruteringsprocedure en moesten ze bijvoorbeeld de reiskosten van hun werknemers niet betalen (Franck, 2014).

De groep van Turken en Maghrebijnen samen is de grootste herkomstgroep in Gent, ze worden beschouwd als de ‘oude’ migrantengroepen. Midden jaren zestig kwamen de eerste Turkse, Marokkaanse, Tunesische en Algerijnse arbeidsmigranten aan in Gent, vooral mannen tussen 25 en 40 jaar. Tot midden jaren zeventig vormden hoofdzakelijk de Turkse migranten netwerken in Gent: ze zochten elkaar op en vormden kleine netwerken van vrienden en kennissen. Deze netwerken en de aanwezige familie vergemakkelijkten het leven van de migranten hier en faciliteerden ook de migratie naar Gent (Verhaeghe et al., 2012). Nieuwe migranten hebben namelijk de neiging om te trekken naar steden waar ze mensen kennen (Geldof, 2012). Met de officiële migratiestop van 1974 werd arbeidsmigratie enkel onder strengere voorwaarden toegelaten. Migranten moesten dus een keuze maken. Ofwel keerde men terug naar het land van herkomst (met een kleine kans om ooit nog in België te verblijven), ofwel koos men voor een permanente Belgische verblijfsvergunning (waarbij men wel nog het herkomstland kon bezoeken of terugkeren). De keuze voor dat laatste was voor velen snel gemaakt (Verhaeghe et al., 2012).

Vanaf 1980 is er sprake van asielmigratie bij de Turken. Na de staatsgreep op 12 september 1980 kwamen de eerste Turken naar België om politiek asiel aan te vragen. Het betrof vooral etnische en religieuze minderheden, zoals Koerden, Armeniërs en Arameeërs. De asielmigratie uit Turkije heeft tot nu toe vier pieken gekend: in 1980, 1984-1986, 1989-1993 en 2000-2002 (Schoonvaere, 2013). Ook na de mislukte staatsgreep op 15 juli 2016 kwamen veel Turkse asielzoekers naar België.

Voor Turkije stijgt het saldo van 354 in 2018-2022 tegenover 113 in 2013-2017. Een stijging, maar het aandeel van de saldo’s op de instroomcijfers (1672 in 2018-2022) en de uitstroomcijfers (1318 in 2018-2022) blijft relatief klein. Je kan dus stellen dat in- en uitstroom elkaar in balans houden en deze nationaliteitsgroep quasi niet toeneemt.

Marokko, Tunesië en Algerije hebben allen een licht positief migratiesaldo voor de periode 2018-2022: 295 (Marokko), 57 (Algerije) en 44 (Tunesië). Het aandeel van deze saldo’s op de instroomcijfers is echter relatief hoog: de instroom vanuit Marokko bedraagt 559, vanuit Algerije 130 en vanuit Tunesië 180. Je kan dus veronderstellen dat deze nationaliteitsgroepen nog toenemen, al gaat het over kleine aantallen.

2.7 Niet-Belgische migratie en de huidige Gentse bevolkingssamenstelling

De hoge migratiesaldo’s van bepaalde nationaliteitsgroepen hebben invloed op de bevolkingssamenstelling en de evolutie naar superdiversiteit (Geldof, 2016). De grafiek hieronder toont het aantal personen van Belgische en niet-Belgische herkomst.

Het aandeel niet-Belgische herkomst in de Gentse bevolking is verder toegenomen, ook tussen 2017 en 2022. Gentenaars van Turkse en Maghrebijnse herkomst zijn in aandeel nagenoeg gelijk gebleven, maar ze zijn in 2022 niet langer de grootste groep. De restgroep van de niet-EU burgers is de grootste groep geworden. Deze groep wordt trouwens meer divers. De groepen met herkomst uit EU-landen zijn prominenter aanwezig onder Gentenaars in 2022 in vergelijking met 2017.

Figuur 2.19: Samenstelling Gentse bevolking naar herkomst in 2017 en 2022

Figuur 2.20: Samenstelling Gentse bevolking naar herkomst in 2022 - detail van niet-Belgische herkomst

2.8 Verhuismobiliteit

De verhuismobiliteit of -intensiteit vult de indicator ‘migratiesaldo’ aan. De verhuisintensiteit wordt berekend door de som te maken van de immigranten (inwijkelingen) en de emigranten (uitwijkelingen). Het migratiesaldo geeft de richting aan van de uitwisseling. De verhuisintensiteit daarentegen toont aan hoe aanzienlijk die migratiestromen zijn. Dat een migratiesaldo weinig meer dan 0 bedraagt, betekent immers niet dat de uitwisselingen onbelangrijk zijn. Die kunnen zelfs heel intens zijn, groot in aantallen.

Zo toont het migratiesaldo aan hoeveel de bevolking in aantal verandert in een bepaald gebied, de verhuisintensiteit werpt een blik op de bevolkingssamenstelling. Zo kan bijvoorbeeld een gebied een laag migratiesaldo hebben, maar toch een hoge instroom en een hoge uitstroom, waardoor de samenstelling van personen in dat gebied toch grondig kan veranderen.

Figuur 2.21: Mobiliteit (of verhuisintensiteit), Gent, 2018-2022, som van inkomende en uitgaande verhuisbewegingen, absolute cijfers

Figuur 2.21 geeft de verhuismobiliteit in absolute cijfers. Er is een grote wisselwerking tussen Gent en de gemeenten Evergem (N=6851), Merelbeke (N=5250), Destelbergen (N=5210), Deinze (N=4933) en Lochristi (N=4066) voor de periode 2018-2022. Deze top 5 is ongewijzigd in vergelijking met de periode ervoor, enkel de aantallen zijn licht toegenomen.

Om een uitspraak te doen over een effectieve stijging over de tijd heen, is het beter het aantal bewegingen af te zetten tegenover het aantal inwoners. Het aantal inwoners kan immers in dezelfde periode ook gestegen zijn.

Figuur 2.22: Mobiliteit of verhuisintensiteit Gent, naar herkomst-/aankomstgemeente 2018-2022, relatieve cijfers, mobiliteit per 1.000 inwoners, som van inkomende en uitgaande verhuisbewegingen gedeeld door som bevolking van resp. herkomst-/aankomstgemeente (periode 2018-2022)*1.000

De top 5 van gemeenten die - relatief gezien - het meest personen uitwisselen met Gent zijn voor de periode 2018-2022 Destelbergen (56‰), Melle (46‰), Merelbeke (42‰), Sint-Martens-Latem (41‰) en Evergem (38‰). De intensiteit van uitwisselen is licht gestegen voor Destelbergen, Merelbeke en Sint-Martens-Latem (resp. 54‰, 41‰ en 38‰ in de periode 2013-2017). De uitwisseling met Melle is licht gedaald (48‰ in de periode 2013-2017), en voor Evergem is de intensiteit gelijk gebleven.

Algemeen zie je dat hoe verder een gemeente van Gent ligt, hoe minder inwoners er onderling uitgewisseld worden. Deze relatie is het sterkst voor de gemeenten die dicht bij Gent liggen. Daarnaast zie je duidelijk een verschil tussen enerzijds de provincies Oost- en West-Vlaanderen en anderzijds de andere provincies en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Tussen Gent en de gemeenten in Oost- en West-Vlaanderen zijn er duidelijk meer verhuisbewegingen dan tussen Gent en de andere gemeenten in Vlaanderen en Brussel. Dit is ook onveranderd gebleven in vergelijking met eerdere periodes.


  1. In bijlage ‘Wereldgebeurtenissen met impact op internationale migratie’ vind je een kort overzicht hoe de impact van wereldgebeurtenissen internationale migratie in gang zet en hoe het doorwerkt in Europa, België en Gent.↩︎