4  Nieuwe Gentenaars op wijkniveau

Op 1 januari 2023 telt de Gentse bevolking 267.712 inwoners. Dat is een voorlopig eindpunt van een bevolkingsgroei sinds 2000, met hoogtepunten in 2010, 2011 en in 2016. In de periode 2000-2023 komen er in Gent jaarlijks gemiddeld 1.899 nieuwe Gentenaars bij. De bevolkingsvooruitzichten van Vlaanderen (Statistiek Vlaanderen) voorspellen voor Gent een verdere stijging van de bevolking.

We willen een zicht krijgen op het aantal nieuwe Gentenaars. Op de mate waarin de bevolking zich vernieuwt – hoe traag of hoe snel - en of daarin verschillen zijn tussen wijken.

Daar zijn een aantal voor de hand liggende werkwijzen voor.

  1. We bekijken het verschil tussen 2 momenten. Als we voor de laatste 10 jaar (2013-2023) naar de jaarlijkse bevolkingscijfers kijken, dan vergelijken we de situatie op 1 januari 2023 met die van 1 januari 2013. In totaal zijn er op 1 januari 2023 19.614 personen meer dan op 1 januari in 2013. Dit is een groei van 7,9% en de netto toename bij vergelijking van de bevolking op 2 momenten. Het gaat dan gemiddeld om een jaarlijkse toename van 1.961 personen.

  2. We bekijken voor diezelfde periode het totaal migratiesaldo en het natuurlijk saldo (geboortes min sterftes) en dan merken we een jaarlijks gemiddelde toename van 1.904 nieuwe Gentenaars.

  3. We bekijken enkel de inkomende stromen (geboorten en verhuisbewegingen naar Gent) en dan zien we een jaarlijks gemiddelde toename van 10.542 nieuwe Gentenaars.

Bovenstaande drie perspectieven zijn eigenlijk elk enkel een indicatie van het aantal nieuwe Gentenaars. Dat komt omdat het aantal nieuwe inwoners onder de bevolking altijd groter is dan de netto evolutie van de bevolking (1) en (2). Om een netto toename van de bevolking te verkrijgen, moeten de personen die Gent verlaten gecompenseerd worden door een groter aantal nieuwe inwoners. De bevolking kan zich zo vernieuwen en nieuwe inwoners omvatten, zelfs wanneer het totale aantal inwoners stabiel blijft of daalt.

Een andere mogelijkheid is verhuismobiliteit. De verhuismobiliteit is een aanwijzing voor verhuisintensiteit, met andere woorden, of er veel of weinig wordt verhuisd. Het is de som van het aantal in- en uitwijkingen in Gent of een Gentse wijk, meestal uitgedrukt per 1.000 inwoners. Hier valt meteen op dat, bij definitie, niet enkel naar nieuwe Gentenaars wordt gekeken. Dan is (3) (hierboven) duidelijk een betere keuze. Maar, indicaties krijgen van de nieuwe Gentenaars op basis van de loop van de bevolking (migratiestromen: in of uit) zijn een overschatting. Je telt dan namelijk bewegingen en niet personen.

We kunnen besluiten dat migratiestatistieken en bij uitbreiding natuurlijk saldo (samen loop van de bevolking) noch statistieken van de inwonersaantallen ons een antwoord geven op de vraag naar het aantal nieuwe Gentenaars. Hiervoor moeten we anders te werk gaan.

4.1 Het meten van nieuwe inwoners?

In dit hoofdstuk trachten we een zicht te krijgen op de wijziging in bevolkingssamenstelling door retrospectieve analyses door te voeren op persoonsniveau (we tellen vanuit personen). Enkel op persoonsniveau krijgen we een juist beeld van het aantal inwoners.

We maken voor de laatste 10 jaar (2013-2023), telkens op 1 januari, een foto (stock) van het bevolkingsregister. Vervolgens kijken we retrospectief naar iedere Gentenaar aanwezig op 1 januari 2023 op het grondgebied en of die persoon het jaar voordien reeds in Gent woonde, in dezelfde wijk woonde, op het zelfde adres woonde. We herhalen dit retrospectief tot 2013. Zo hebben we de bewoners van 2023 ingedeeld in:

  • Nieuwe Gentenaar:
    • door aankomst
    • door geboorte
  • Reeds Gentenaar, maar:
    • Verhuisd binnen Gent
    • Verhuisd binnen de wijk in Gent
    • Op hetzelfde adres

Op basis van deze analyses kunnen we nagaan hoe snel een wijk, en Gent als stad, vernieuwt qua inwoners. Bij deze analyse maken we echter een kanttekening. Bij het vergelijken van twee momentopnames is er een onderschatting. Het verschil in aantal inwoners tussen twee periodes is namelijk lager dan het aantal nieuwe inwoners en ex-inwoners tijdens dat jaar geregistreerd. Dat gaat dan om mensen die na meetmoment 1 instromen en voor meetmoment 2 terug uitstromen.

4.2 Bijna vier op tien Gentenaars woonde tien jaar geleden nog niet in Gent

Wanneer we zo retrospectief en op persoonsniveau bekijken wie van de Gentenaars op 1/1/2023 nog niet in Gent aanwezig was op 1/1/2022, dan tellen we 20.607 nieuwe Gentenaars. Dit betekent dat op 1 januari 2023, op 1 jaar tijd, 7,7% van de Gentse bevolking sinds 1 januari 2022, nieuwe Gentenaar is.

Met deze nieuwe werkwijze en op 10 jaar tijd, tellen we 105.426 nieuwe Gentenaars (we checken op persoonsniveau wie van de Gentse bevolking op 1/1/2023 nog niet op een adres in Gent woonde op 1/1/2013, zie Figuur 4.1). Dit zijn allen Gentenaars die op 1/1/2023 aanwezig waren, maar in 2013 nog niet. Dit komt overeen met 39% van de Gentse bevolking. Vier op tien van de Gentse inwoners woont dus nog geen 10 jaar in Gent. Belangrijk hierbij is dat de 39% nieuwe Gentenaars kunnen opgedeeld worden in 9% nieuw door geboorte en 30% nieuw door een verhuis naar Gent. Als we enkel kijken naar de nieuwe Gentenaars door verhuis (dus zonder geboortes) gaat het om 81.546 Gentenaars die op 1/1/2023 in Gent gedomicilieerd zijn en dat op 1/1/2013 nog niet waren.

Figuur 4.1: Verdeling van de Gentse bevolking (1 januari 2023) op basis van vorige domicilie

Zet hiernaast de berekening vanuit een ‘oude’ werkwijze (methode (1) in de inleiding). Dan is er voor dezelfde periode van de afgelopen 10 jaar (2013-2023) een netto-aangroei van de Gentse bevolking met 19.614 inwoners, een stijging van 7,9%. In deze werkwijze bekijken we jaar na jaar de bevolkingsaantallen op 1 januari en de verschillen in aantallen in deze periode geeft ons de groei/afname van de bevolking.

De nieuwe werkwijze toont dus dat 61% van de inwoners op 1/1/2023, 10 jaar geleden al in Gent woonde. 37% is op hetzelfde adres blijven wonen. Ongeveer 17% verhuisde in die tijd binnen Gent naar een andere wijk, en 6% is binnen de wijk verhuisd.

4.3 De ene wijk vernieuwt sneller qua inwoners dan de andere

Wat geeft dit op wijkniveau? Voorgaande hoofdstukken geven aan dat er aankomstwijken zijn – voornamelijk de centrumwijken en dan vooral voor inwoners van buiten Gent. Vinden we dit via deze methode ook terug en hoe snel vernieuwen deze centrumwijken zich dan? De meer perifere wijken zijn dan weer eerder aankomstwijken voor Gentenaars? Zien we dit beter bij de nieuwe werkwijze?

Figuur 4.2: Verdeling van de Gentse bevolking op 1 januari 2023 op basis van vorige domicilie op 1 januari 2013, op wijkniveau

In een eerste stap maken we het overzicht voor de Gentenaars in de 25 wijken op 1 januari 2023 en kijken we waar ze 10 jaar geleden woonden. In Figuur 4.2 kan je zo zien welk aandeel van de inwoners op 1 januari 2023 nieuw is in Gent ten opzichte van 1 januari 2013. De inwoners die toen reeds Gentenaar waren, zijn verder opgedeeld in inwoners die op hetzelfde adres zijn blijven wonen en diegenen die binnen de wijk verhuisd zijn of die vanuit een andere wijk in Gent komen.

De wijk met de meeste nieuwe Gentenaars is Binnenstad. Bijna 6 op 10 van de inwoners (59%) in Binnenstad is nieuw op 1 januari 2023 ten opzichte van 1 januari 2013. Slechts 1 op 5 van de inwoners (22%) woonde 10 jaar geleden al op hetzelfde adres, wat het laagste aandeel is van alle wijken.

In Drongen zien we het tegenovergesteld patroon. Deze wijk heeft het laagste aandeel nieuwe Gentenaars (24%) en het hoogste aandeel inwoners op hetzelfde adres (55%).

Om de verschillen tussen de wijken te bespreken, delen we ze in een volgende stap op in groepen met eenzelfde profiel qua vernieuwing op 10 jaar. We gebruiken hiervoor een clusteranalyse. Dat is een statistische methode die data sorteert in groepen of clusters op basis van gedeelde kenmerken (zie hoofdstuk ‘Bronnen, begrippen, methode’). Voor deze clusteranalyse hanteren we volgende kenmerken: het aandeel nieuwe Gentenaars door geboorte, nieuwe Gentenaars door verhuis, Gentenaars die verhuisd zijn binnen de wijk, Gentenaars die vanuit een andere wijk naar de wijk verhuisd zijn en diegenen die op hetzelfde adres zijn blijven wonen. Zo verkrijgen we 4 types wijken (Figuur 4.3 en Figuur 4.4).

Figuur 4.3: Verdeling van de Gentse bevolking (1 januari 2023) op basis van vorige domicilie op 1 januari 2013, per type wijk

Figuur 4.4: Wijken opgedeeld in 4 clusters volgens vernieuwing van inwoners op 10 jaar, Gent, 2013-2023

4.3.1 Type 1: wijken met veel nieuwkomers / centrale aankomstwijken

Binnenstad, Elisabethbegijnhof - Papegaai, en Stationsbuurt-Noord zijn centrumwijken waar veel nieuwe Gentenaars toekomen. Ongeveer de helft van de inwoners is een nieuwe Gentenaar, als we 1 januari 2023 vergelijken met 10 jaar eerder. Het aandeel nieuwe Gentenaars door geboorte ligt hier erg laag in vergelijking met de andere wijken. Ook het aandeel inwoners dat in deze periode op hetzelfde adres woont, is laag.

Figuur 4.5: Verdeling van de Gentse bevolking (1 januari 2023) op basis van vorige domicilie, wijken van type 1

De wijken van type 1 hebben een groot aandeel jongvolwassenen. Bijna de helft van de inwoners is namelijk tussen 20 en 40 jaar (zie Figuur 4.6).

Figuur 4.6: Leeftijdsverdeling van inwoners per type wijk, Gent, op 1 januari 2023

Van de inwoners die van buiten Gent naar deze wijken verhuisd zijn in de periode 2013-2023, is zelfs meer dan de helft tussen 25 en 34 jaar (zie Figuur 4.7).

Figuur 4.7: Leeftijdsverdeling van inwoners die naar Gent verhuisd zijn in de periode 2013-2023, per type, toestand op 1 januari 2023

Qua gezinssamenstelling zijn het vooral alleenwonenden en gezinnen zonder kinderen (zie Figuur 4.8).

Figuur 4.8: Gezinssamenstelling van Gentse huishoudens per type wijk (% ten opzichte van het totaal aantal particuliere huishoudens), toestand op 1 januari 2023

Slechts een beperkt deel van de inwoners woont al 10 jaar op hetzelfde adres (van 22% voor Binnenstad tot 29% voor Stationsbuurt-Noord). Het leeftijdsprofiel van deze blijvers ziet er helemaal anders uit dan dat van de nieuwe Gentenaars die in deze wijken toekomen. Wat hierbij opvalt, in vergelijking met de andere types wijken, is het iets grotere aandeel 65-plussers (Figuur 4.9).

Figuur 4.9: Leeftijdsverdeling van Gentenaars die op hetzelfde adres wonen gedurende de periode 2013-2023, per type wijk, toestand op 1 januari 2023

Over de herkomst van inwoners (volgens de Vlaamse definitie, zie ‘Bronnen, begrippen, methode’) hebben we geen informatie op persoonsniveau. Wel beschikken we over de geboortenationaliteit. In de wijken van type 1 ligt het aandeel inwoners met niet-Belgische geboortenationaliteit in lijn met het Gentse gemiddelde (29%). Dat is vooral zo in Elisabethbegijnhof - Papegaai en Stationsbuurt-Noord, terwijl het aandeel in de Binnenstad iets hoger ligt (zie Figuur 4.10).

Figuur 4.10: Geboortenationaliteit van Gentenaars in wijken van type 1 (% ten opzichte van het totaal aantal inwoners), toestand op 1 januari 2023

4.3.2 Type 2: wijken met zowel nieuwkomers als blijvers

In deze wijken (zie Figuur 4.11) woont ongeveer 1 op 3 al gedurende minstens 10 jaar op hetzelfde adres. Daarnaast is er ook een aanzienlijk deel nieuwkomers door verhuis (30 à 40%). Dit zijn vooral wijken die grenzen aan de centrale wijken van type 1 (zie overzicht in Figuur 4.4).

Figuur 4.11: Verdeling van de Gentse bevolking (1 januari 2023) op basis van vorige domicilie, wijken van type 2

De leeftijdsverdeling (zie Figuur 4.6 en Figuur 4.7) in deze wijken toont eveneens een piek in de leeftijdscategorie 20-40 jaar, maar deze is minder uitgesproken dan in de wijken van type 1. Het aandeel van de 20-40-jarigen is kleiner (37 tov 48%) en het aandeel kinderen en jongeren (0-17 jaar) is bovendien veel groter dan in wijken van type 1 (19% tov 11%). Qua gezinssamenstelling zien we hier ook veel meer gezinnen met kinderen (30% tov 16% van de huishoudens, zie Figuur 4.8).

Wat geboortenationaliteit betreft zijn er grote verschillen tussen de wijken van type 2. Het aandeel inwoners met niet-Belgische geboortenationaliteit varieert van 22% (Stationsbuurt-Zuid) tot 58% (Rabot - Blaisantvest).

Figuur 4.12: Geboortenationaliteit van Gentenaars in wijken van type 2 (% ten opzichte van het totaal aantal inwoners), toestand op 1 januari 2023

4.3.3 Type 3: wijken met meer blijvers dan nieuwkomers

Figuur 4.13: Verdeling van de Gentse bevolking (1 januari 2023) op basis van vorige domicilie, wijken van type 3

De wijken van type 3 (zie Figuur 4.13) bevinden zich in de Gentse rand. Ongeveer 4 op 10 inwoners woont hier al 10 jaar op hetzelfde adres. Het aandeel nieuwe Gentenaars door verhuis ligt met 2 à 3 op 10 lager dan in de wijken van type 1 en 2. Het aandeel nieuwe Gentenaars door geboorte ligt dan weer wat hoger (ongeveer 1 op 10).

Meer dan de helft van de inwoners in deze wijken is ouder dan 35 jaar, maar ook het aandeel kinderen en jongeren (0-17 jaar) (zie Figuur 4.6) is hoog vergeleken met de andere types wijken (22%). Er wonen hier dan ook relatief veel gezinnen met kinderen (zie Figuur 4.8).

Net zoals bij de wijken van type 2, zijn ook de wijken van type 3 erg divers qua geboortenationaliteit. In sommige wijken ligt het aandeel inwoners met niet-Belgische geboortenationaliteit lager dan gemiddeld (Zwijnaarde, Moscou-Vogelhoek, Sint-Amandsberg, Wondelgem, Oud Gentbrugge). Terwijl dit aandeel in andere wijken hoger dan gemiddeld is (Dampoort, Nieuw Gent - UZ en Bloemekenswijk).

Figuur 4.14: Geboortenationaliteit van Gentenaars in wijken van type 3 (% ten opzichte van het totaal aantal inwoners), toestand op 1 januari 2023

4.3.4 Type 4: wijken met veel blijvers

In de wijken van type 4 (zie Figuur 4.15) woont ongeveer de helft al minstens 10 jaar op hetzelfde adres. Het aandeel nieuwe Gentenaars door verhuis schommelt tussen 15 en 25%, wat laag is vergeleken met de andere wijken.

Figuur 4.15: Verdeling van de Gentse bevolking (1 januari 2023) op basis van vorige domicilie, wijken van type 4

De inwoners van deze wijken zijn gemiddeld genomen wat ouder dan de inwoners van andere wijken. Meer dan 4 op 10 (42%) is ouder dan 50 jaar (zie Figuur 4.6). Ook bij de nieuwe Gentenaars door verhuis zien we in deze wijken een ouder leeftijdsprofiel (zie Figuur 4.7). Bijna de helft (46%) van deze groep is ouder dan 35 jaar, terwijl dit bij de andere types wijken lager ligt (type 1: 27% - type 2: 32% - type 3: 37%). Qua gezinssamenstelling vinden we hier vooral veel gezinnen, met en zonder kinderen, en weinig alleenwonenden (zie Figuur 4.8).

In wijken van type 4 is het aandeel inwoners met niet-Belgische geboortenationaliteit lager dan gemiddeld. Het aandeel varieert van 7% (Drongen) tot 17% (Gentbrugge), wat lager is dan het Gentse gemiddelde van 29%.

Figuur 4.16: Geboortenationaliteit van Gentenaars in wijken van type 4 (% ten opzichte van het totaal aantal inwoners), toestand op 1 januari 2023

4.4 Vernieuwing van inwoners: een continuüm van centrum naar rand

Nieuwe Gentenaars worden best niet geteld op basis van bevolkingssurplus, migratiesaldo’s of instroom. Ook het tellen van verhuisbewegingen zorgt hier en daar voor wat foutenmarge. Het is accurater om te vertrekken van de personen. Deze werkwijze vertrekt van de personen op 1 januari 2023 en kijkt wie daarvan een jaar eerder, op 1 januari 2022 al in Gent woonde. Als we dat voor 10 jaar doen en ook het wijkperspectief erbij betrekken, dan stelt deze nieuwe werkwijze ons in staat om zicht te krijgen op aankomsten, geboortes, mensen die al 10 jaar op hetzelfde adres in de wijk wonen, verhuisd zijn binnen de wijk of verhuisd zijn vanuit een andere wijk in Gent. Zo zijn er in Gent sinds 1 januari 2013 81.546 nieuwe Gentenaars komen wonen (zonder geboortes).

Op basis daarvan worden via clusteranalyse 4 types wijken zichtbaar:

Tabel 4.1: Tabel van Gentse wijken opgedeeld in 4 clusters volgens vernieuwing van inwoners op 10 jaar (2013-2023)
Type 1 Type 2 Type 3 Type 4
Binnenstad Brugse Poort - Rooigem Bloemekenswijk Drongen
Elisabethbegijnhof - Papegaai Muide - Meulestede - Afrikalaan Moscou - Vogelhoek Kanaaldorpen en -zone
Stationsbuurt Noord Macharius - Heirnis Dampoort Gentbrugge
  Ledeberg Nieuw Gent - UZ Mariakerke
  Rabot - Blaisantvest Oud Gentbrugge Oostakker
  Sluizeken - Tolhuis - Ham Sint Amandsberg Sint Denijs Westrem
  Stationsbuurt Zuid Wondelgem  
  Watersportbaan - Ekkergem Zwijnaarde  

Dicht bij het centrum zien we wijken die zich erg snel vernieuwen (Binnenstad, Elisabethbegijnhof - Papegaai, en Stationsbuurt-Noord) met inwoners van buiten Gent. Meer dan de helft is nieuw op 10 jaar tijd. Bijna de helft van de inwoners is tussen 20 en 40 jaar, en de meesten zijn alleenwonenden of samenwonend zonder kinderen. Van de relatief beperkte groep die hier al 10 jaar woont is 2 op 3 ouder dan 50. Iets verder van het centrum vinden we wijken waar men wat langer blijft wonen. Ongeveer 1 op 3 woont hier al gedurende 10 jaar. Het aandeel gezinnen met kinderen ligt hier wat hoger (3 op 10).

Nog verder, in de wijken aan de rand van de stad is ongeveer 4 op 10 een gezin met kinderen. Deze wijken worden opgedeeld in twee types. Enerzijds de wijken die qua vernieuwing wat meer aansluiten bij de wijken rond het centrum. Ongeveer 4 op 10 woont hier al 10 jaar, maar er is nog steeds een aanzienlijk deel nieuwe Gentenaars (ongeveer 2 à 3 op 10). Anderzijds zijn er wijken die op 10 jaar tijd weinig nieuwe inwoners krijgen (1 à 2 op 10) en waar gemiddeld de helft van de inwoners al minstens 10 jaar woont. Dit zijn wijken met een laag aandeel alleenwonenden en weinig inwoners van niet-Belgische herkomst. Meer dan 4 op 10 van de inwoners is ouder dan 50 jaar.

Samengevat: via clusteranalyse worden 4 types wijken zichtbaar. In grote lijnen zijn deze types wijken te situeren op een continuüm van snelle naar trage vernieuwing, van centrum naar rand, van voornamelijk 20’ers en 30’ers naar meer 40’ers en 50’ers, van voornamelijk alleenwonenden naar voornamelijk samenwonenden, met en zonder kinderen.