3  Verhuisbewegingen op wijkniveau

In dit hoofdstuk worden enerzijds de stadsinterne verhuisbewegingen op wijkniveau bekeken, alsook de stadsexterne migratie. Stadsinterne verhuisbewegingen is migratie in en uit een Gentse wijk naar andere Gentse wijken. Stadsexterne migratie betekent zowel de bewegingen over de stadsgrens heen, weg uit de wijk naar een andere gemeente of het buitenland, alsook aankomst in de wijk vanuit een andere gemeente of het buitenland.

Gent, stadsinterne en stadsexterne migratie

Op vlak van bevolkingsmigratie gedragen de verschillende Gentse wijken zich anders.

3.1 Verhuismobiliteit in Gent: het is druk in het centrum

Wijken verschillen sterk van grootte, waardoor de impact van verhuisbewegingen op de lokale gemeenschap sterk kan verschillen. De mobiliteit per 1.000 inwoners is de som van het aantal wijkverlaters en het aantal nieuwe wijkbewoners in een bepaald gebied, plus het aantal bewegingen binnen een wijk. Het gaat hier dus om het totaal aantal bewegingen. De verhuismobiliteit geeft niet echt een beeld van de wijkstabiliteit (toe- of afname van de bevolking), maar is wel een goede indicatie van het bevolkingsverloop of van de verhuisdynamiek van een wijk (Stad Gent, 2018). Een persoon kan evenwel meerdere bewegingen maken, dus het aantal bewegingen kan groter zijn dan het aantal verhuizers.

De wijken in het centrum hebben een veel hogere mobiliteit dan de wijken in de rand (zie Figuur 3.2). Binnenstad en Elisabethbegijnhof – Papegaai hebben de hoogste mobiliteit. Voor de periode 2018-2022 is dit respectievelijk 483 en 445 verhuisbewegingen per 1.000 inwoners. In de omliggende wijken schommelt dit nog rond de 300 bewegingen per 1.000 inwoners. In de wijken in de rand zijn er minder dan 200 verhuisbewegingen per 1.000 inwoners.

Als we de verhuisbewegingen naar, uit en binnen Gent met elkaar vergelijken valt het op dat de bewegingen binnen Gent (verder: stadsinterne verhuisbewegingen) minder sterk stijgen over de tijd (zie Figuur 3.1). Bij de inkomende en uitgaande verhuisbewegingen met Gent (dus stadsverlaters en nieuwe Gentenaars) is een duidelijke stijging zichtbaar. De stadsinterne verhuisbewegingen stijgen ongeveer met 15% op 15 jaar. Terwijl de stadsexterne verhuisbewegingen met 37 tot 40% stijgen. Zelfs relatief, en dus rekening houdende met het stijgend aantal Gentenaars, nemen zowel de verhuisbewegingen van Gent als naar Gent toe. De verhuisbewegingen binnen de stad blijven relatief gezien status quo, en nemen dus niet toe, als je rekening houdt met het stijgend aantal inwoners.

Figuur 3.1: Gent, evolutie aantal verhuisbewegingen volgens type, 2005-2022
Make this Notebook Trusted to load map: File -> Trust Notebook
Figuur 3.2: Gent, totale mobiliteit per 1.000 inwoners, 2018-2022

3.2 Migratiesaldo’s op wijkniveau

Hier bekijken we enerzijds het stadsextern wijksaldo, dit is het resultaat van migratiebewegingen vanuit elders in België of het buitenland naar Gent verminderd met de bewegingen van wijkbewoners die Gent verlaten.

Anderzijds kijken we naar de stadsinterne verhuisbewegingen. Als Gentenaars naar een andere wijk verhuizen, waar gaan ze dan naartoe en zijn er trends op te merken?

Tot slot bekijken we de twee bewegingen samen en gaan we na of er nog steeds sprake is van een tweedeling centrum - rand.

3.2.1 Stadsextern migratiesaldo: op naar het centrum?

Met stadsextern migratiesaldo bedoelen we de migratiebewegingen van Gentenaars naar buiten Gent en de migratiebewegingen vanuit elders in België of het buitenland naar Gent. Dus niet de migratiebewegingen binnen de stad.

De kaarten van de stadsexterne migratiesaldo’s van de wijken tonen een duidelijk patroon (zie Figuur 3.3 en Figuur 3.4). De wijken in het centrum alsook de wijken daarrond hebben een positief stadsextern migratiesaldo. Dat betekent dat er in deze wijken meer mensen van buiten Gent komen wonen, dan dat er van daaruit mensen verhuizen naar buiten Gent.

De wijken in de rand hebben een negatief stadsextern saldo. Er trekken dus mee mensen weg uit Gent dan dat er van buiten Gent naar deze wijken komen wonen. Met andere woorden: niet-Gentenaars vestigen zich voornamelijk in het centrum en de wijken daarrond. De wijken in de rand van Gent verliezen inwoners aan andere gemeenten in België of aan het buitenland.

Hoe dichter bij de stadskern, hoe sterker dit patroon. Zo hebben de Binnenstad en Elisabethbegijnhof - Papegaai een saldo van ongeveer 35 inwoners per 1.000 voor de periode 2018-2022. Sluizeken - Tolhuis - Ham, Watersportbaan - Ekkergem, Macharius - Heirnis, Rabot - Blaisantvest, Stationsbuurt-Zuid, Stationsbuurt-Noord en Muide - Meulestede - Afrikalaan hebben een kleiner saldo dan de centrumwijken, namelijk tussen de 1 en 23 nieuwkomers per 1.000 inwoners. Uit alle andere wijken verlaten er meer inwoners Gent, dan er van buiten Gent binnenkomen. Als we kijken naar het stadsextern migratiesaldo, zien we dat Brugse Poort-Rooigem, Bloemekenswijk, Dampoort en Ledeberg in de periode 2013-2017 een positief stadsextern migratiesaldo hadden, maar dat dit saldo in de periode 2018-2022 negatief was. Dit is onder andere te wijten aan een verminderde internationale immigratie in 2020 en 2021.

Make this Notebook Trusted to load map: File -> Trust Notebook
Figuur 3.3: Gent, extern migratiesaldo per 1.000 inwoners op wijkniveau, 2013-2017
Make this Notebook Trusted to load map: File -> Trust Notebook
Figuur 3.4: Gent, extern migratiesaldo per 1.000 inwoners op wijkniveau, 2018-2022

3.2.2 Stadsintern verhuissaldo: weg uit het centrum?

Hier bespreken we de stadsinterne verhuisbewegingen. Namelijk welke wijken trekken voornamelijk Gentenaars aan uit andere wijken aan en welke wijken verliezen Gentenaars aan andere Gentse wijken.

Make this Notebook Trusted to load map: File -> Trust Notebook
Figuur 3.5: Gent, stadsintern verhuissaldo per 1.000 inwoners op wijkniveau, 2013-2017
Make this Notebook Trusted to load map: File -> Trust Notebook
Figuur 3.6: Gent, stadsintern verhuissaldo per 1.000 inwoners op wijkniveau, 2018-2022

Bij het stadsintern verhuissaldo is bijna het omgekeerde patroon te zien. De wijken in het centrum hebben een negatief saldo. Er verhuizen dus meer mensen vanuit het centrum naar een andere wijk in Gent, dan dat er uit de andere Gentse wijken naar het centrum komen wonen. Voor de wijken in de rand geldt het omgekeerde: een positief stadsintern verhuissaldo Er komen in deze wijken dus meer mensen uit andere Gentse wijken wonen dan dat er van hieruit mensen vertrekken naar elders in Gent.

Bij vergelijking van de 2 periodes valt het volgende op:

  • Het positief intern verhuissaldo stijgt voor : Gentse Kanaaldorpen- en zone, Mariakerke, Zwijnaarde, Sint-Amandsberg, Wondelgem, Oostakker en Drongen. Dit positieve saldo is vooral te danken aan een verhoogde instroom vanuit andere Gentse wijken.

  • Watersportbaan-Ekkergem, Nieuw-Gent-UZ verliezen aan andere wijken. Voorheen trokken deze wijken Gentenaars aan. Dit wordt deels verklaard door de renovatie van sociale woontorens in deze wijken, waardoor bewoners tijdelijk moeten verhuizen.

  • Het intern verhuissaldo voor Moscou-Vogelhoek is opmerkelijk kleiner geworden.

  • Voor volgende wijken wordt het negatief intern verhuissaldo kleiner: Rabot-Blaisantvest, Dampoort, Sluizeken-Tolhuis-Ham.

3.2.3 Tweedeling centrum – rand

Wanneer we beide kaarten (intern en extern saldo) op elkaar leggen, dan krijgen we volgend resultaat:

In vorige perioden was er een duidelijk beeld dat de meer centraal gelegen wijken vooral aangroeiden door migratie van buiten Gent en inwoners ‘verloren’ aan stadsinterne verhuisbewegingen. Enkel Watersportbaan – Ekkergem, Ledeberg en Bloemekenswijk groeide zowel aan door migratie van buiten Gent, als van Gentenaars die naar deze wijken verhuisden. Voor wijken in de periferie is er eenzelfde beeld als laatste periode: zij krijgen inwoners door stadsinterne verhuisbewegingen, maar verliezen inwoners aan voornamelijk buurgemeenten (zie hoofdstuk 2).

Voor de huidige periode zien we enkele verschuivingen. We zien namelijk dat de centrumwijken Binnenstad en Elisabethbegijnhof - Papegaai de grootste aankomstwijken blijven, maar inwoners verliezen aan andere Gentse wijken. Volgende wijken volgen hetzelfde patroon, maar in mindere mate: Stationsbuurt-Noord, Macharius-Heirnis, Rabot-Blaisantvest, Sluizeken-Tolhuis-Ham, Stationsbuurt-Zuid. Watersportbaan -Ekkergem is eveneens een aankomstwijk, maar verliest meer Gentenaars aan ander wijken, dan in de vorige periode.

Volgende wijken trekken hoofdzakelijk Gentenaars aan vanuit andere wijken, en verliezen inwoners aan andere gemeenten:

  • Sint-Denijs-Westrem-Afsnee,

  • Drongen, Oostakker, Zwijnaarde, Mariakerke, Sint-Amandsberg, en Gentse Kanaaldorpen en -zone verschuiven naar een hoger positief stadsintern verhuissaldo

  • De wijken Moscou-Vogelhoek en Gentbrugge scoren stadsintern minder positief en stadsextern verder negatief. Beide wijken hebben een hogere externe uitstroom.

  • Wondelgem wordt negatiever stadsextern, positiever stadsintern

Tot slot hebben we nog een aantal wijken met zowel een neutraal intern verhuissaldo als neutraal extern migratiesaldo:

  • Brugse Poort, Bloemekenswijk, Dampoort, Muide-Meulestede-Afrikalaan, Ledeberg blijven stabiel in de neutrale positie

  • Nieuwkomer is Oud-Gentbrugge. Nieuw-Gent-UZ behoorde in de vorige periode tot de neutrale positie, maar is verhuisd naar zowel een negatief intern verhuissaldo als negatief extern migratiesaldo. Het negatieve interne verhuissaldo is het gevolg van minder instroom en meer uitstroom. Voor het extern migratiesaldo is er zowel een beetje minder uitstroom als een beetje minder instroom, zodat het saldo iets negatiever is geworden.

Bovenstaande evoluties bespreken we aan de hand van het interne verhuissaldo en het externe saldo (zie Figuur 3.7). Deze saldo’s zijn het gevolg van instroom en uitstroom, maar zijn niet steeds in dezelfde grootorde/richting om eenzelfde saldo te geven als resultaat. De exacte cijfers van in- en uitstroom, en het resulterende saldo kan je terugvinden in bijlage 1.

Figuur 3.7: Gent, stadsintern verhuissaldo per 1.000 inwoners (x-as) en stadsextern verhuissaldo per 1.000 inwoners (y-as) op wijkniveau, 2018-2022

3.2.4 Het grote plaatje

Hieronder bespreken we het totale migratiesaldo, dus zowel de migratie met Belgische gemeenten, de migratie tussen Gentse wijken, alsook de migratie met buitenland. We bespreken dit op wijkniveau.

Onderstaande kaarten (Figuur 3.8 en Figuur 3.9) geven het totaal migratiesaldo in de Gentse wijken voor de periode 2013-2017 en voor de periode 2018-2022. Voor de eerste periode zien we dat bijna alle wijken een positief totaal migratiesaldo hebben. Uitzonderingen zijn: de Gentse Kanaaldorpen en -zone, Muide-Meulestede-Afrikalaan, Rabot-Blaisantvest, Nieuw-Gent-UZ en Macharius Heirnis. Op de kaart zie je dat er in de periode 2018-2022 meer wijken zijn met een negatief totaal saldo.

We bekijken het intern verhuissaldo en extern migratiesaldo meer in detail:

  • Het intern verhuissaldo is meer negatief voor de centrumwijken en de wijken daarrond. Intern wordt er dus meer naar de perifere wijken in Gent verhuisd, en minder van de centrumwijken naar de wijken daarrond.

  • Bij het extern migratiesaldo zien we dat de centrumwijken en de wijken dicht bij het centrum aangroeien door nieuwe Gentenaars. Vanuit de perifere wijken wordt er verhuisd naar buiten Gent. Uitzonderingen hierop zijn: Brugse Poort, Bloemekenswijk, Moscou-Vogelhoek, Dampoort en Nieuw-Gent-UZ. Zij verliezen inwoners aan andere gemeenten.

Voor de meest recente periode (2018-2022) kunnen we dus concluderen dat vooral de centrumwijken aankomstwijken zijn en dat de perifere wijken (=rand) Gentse inwoners aantrekken vanuit het centrum of de wijken rond het centrum.

Make this Notebook Trusted to load map: File -> Trust Notebook
Figuur 3.8: Gent, totaal migratiesaldo per 1.000 inwoners op wijkniveau, 2013-2017
Make this Notebook Trusted to load map: File -> Trust Notebook
Figuur 3.9: Gent, totaal migratiesaldo per 1.000 inwoners op wijkniveau, 2018-2022